De grote knoeiboel is album 99 van De belevenissen van Jommeke.
Verhaal[]
Op een dag zien Jommeke en Flip een vreemd wezentje in de tuin lopen, dat sterk op professor Gobelijn lijkt. Het wezentje maakt duidelijk dat het professor Gobelijn zelf is en hij vervormd is door een middel dat hij uitprobeerde om mensen superwezens te maken. Hij probeerde het op zichzelf uit, maar het mislukte echter. Om te voorkomen dat andere mensen het knoeimiddel binnenkrijgen, laten Jommeke en Filiberke het middel weglopen via het riool; zoals de professor aangaf in zijn laboratorium. Het middel komt echter in de waterleiding terecht, doordat de professor zich vergiste, waardoor iedereen het binnenkrijgt. Marie en Teofiel zijn de eerste slachtoffers. Alle mensen ter wereld veranderen in vervormde wezens, behalve Jommeke en Filiberke. Ze ontdekken een middel om iedereen weer normaal te krijgen, namelijk ajuinen. Vervolgens wordt iedereen weer normaal door ajuinen te eten. Jommeke, Flip en Filiberke veranderen als laatste zelf ook in vervormde wezens.
Varia[]
- Dit verhaal bevat een alternatief einde. Het originele verhaal eindigt met Jommeke, Flip en Filiberke die vervormd zijn en ajuin eten. In het alternatieve einde blijft Jommeke vervormd, zelfs na ajuinen eten. Hij springt dan van het dak, waarna hij plots wakker wordt in zijn hangmat. Alles is normaal doordat het hele verhaal een droom blijkt te zijn.
- Dit is een van de verhalen waarin een uitvinding van professor Gobelijn uit de hand loopt, waarvan andere mensen het slachtoffer worden. Dit was eerder het geval in Het staartendorp, De Samsons, Neuzen bij de vleet, De lustige slurvers en De vruchtenmakers. Later in de reeks komt dit ook voor in De babbelpil. Het is echter het enige verhaal waarin de gevolgen van de uit de hand gelopen uitvinding niet beperkt blijven tot de inwoners van Zonnedorp.
- Dit is een van de weinige verhalen waarin Jommeke niet gespaard bleef van professor Gobelijn's uitvindingen. Dit was ook het geval in De Samsons.